Ik ben een schrijver geworden omdat ik niet kan zingen. Als kleine jongen deed ik niets liever dan meezingen met mijn EP van E.T. en Elliot en het cassettebandje van de Kleine Zeemeermin. Ergens droom ik nog steeds van een carrière als singer/songwriter maar daarvoor kan ik twee belangrijke dingen niet, een muziekinstrument bespelen of zingen. Daarom schrijf ik er maar over in gedichten. Simpelweg omdat dit is wat ik wel kan:
Ik heb laatst voor je gezongen
Een klein liedje voor bij het weggaan.
Je hebt het vast niet gehoord
Stilletjes binnensmonds in
mompelende toon je zinnen beminnen
de pinda’s op de vloer zonder schil
kapot getrapt en stukjes weggeveegd
er waren de kleine momenten van stilte
die je tussen de woorden doorsprak,
je hoeft ook niks te zeggen
Dus nu gaat mijn liedje over de pauze
die je liet vallen om eens te kijken
of er in mijn gelaat een onvolmaaktheid zit
iets waar je vingers over laat gaan
Het meest nog is het een toon
een zoete klank die ik achter in
mijn mond bewaar voor elke keer dat
jij weer weggaat en ik de stappen die
je achterlaat opraap en koester
Nog steeds ben ik aan het oefenen
om luidkeels voor je te zingen
toonvast en zonder de valse lucht
die ik af en toe laat ontsnappen
omdat de adem mij ontbreekt
Geef mij dus nog even voor later
pas dan kan ik je wegsturen met een lied
een melodie die je op zak kan hebben
bij eenzaamheid kan beluisteren
zuchtjes zang voor vertrek