Je kijkt soms om je heen, vaak denk je dan na over wat je allemaal ziet en je begrijpt er niets van. Veel modetrends bereiken dit bij mij. Elk seizoen kent zo zijn topstukken die vaak als sneeuw voor de zon verdwijnen als het een beetje te mainstream raakt.
Wij kennen allemaal de voorbeelden die dit lot toebedeelt zijn. Toch zijn er ook trends die blijven hangen en in het succes alleen maar erger worden. UGGS, het toonbeeld van de gemuteerde pantoffel is er een van. In den beginne was het een klein verschijnsel waarvan ik dacht dat het wel zou uitsterven, nu een aantal jaren later schrik ik mij dood. Er bestaat namelijk zoiets als de Disco-UGGS. Een oogverblindend exemplaar in de slechte zin van het woord waar zelfs Gordon zich voor zou schamen. Als Bigfoot een kind kreeg met John Travolta uit Saturday Night Fever zou dit de poot zijn.
Naast de abominatie die men UGGS noemt is er nog ander schoeisel dat maar geen rust krijgt, Crocs. Iets in mij hoopte op een vlugge afvoer van de plastic sandaal. In het openbaar de lichtgewicht klomp dragen is ondenkbaar, de camping en het ziekenhuis daargelaten. Het merk zelf zoekt constant naar het randje van wat haalbaar is en toelaatbaar tevens. Zo zijn er nu bootschoenen, slippers, golfschoenen en Crocs met hak, het bestaat daadwerkelijk.
Er zijn natuurlijk ook schoenen die groot worden omdat ze best oké zijn zoals Converse Chucks of Vans. Zelfs Palladium probeert het af en toe met een revival, vroeger liep de hele basisschool op die kicksen.
De lijst met iets minder fashionable items is uiteraard onuitputtelijk. Denk aan Nickelson jassen, Iceberg truien, fluorescerende items buiten het festivalterrein, witte sokken in sandalen, v-hals t-shirts bij jongens zonder borsthaar en zo nog wat.
In mijn achterhoofd speelt dan altijd de gedachte op wie er eigenlijk achter de trends zitten. Naar mijn weten worden die al seizoenen van te voren in een achterkamertje op een illuster industrieterrein ontwikkelt. Een tafel kalende vijftigers die van twee zogeheten modekenners ingefluisterd krijgen wat men op straat zoal doet. Daar zie je dan mannen en vrouwen lopen met bretels losjes om de heupen. Dus inderdaad niet zoals je bretels daadwerkelijk moet gebruiken maar ergens halverwege de benen. Ik heb ook wel eens een bril op maar vergeet daardoor toch ook niet te kijken? Sommige zaken hebben een functie en dat moeten we zo houden. Want wanneer liep jij voor het laatst zeven kilometer met je perfect werkende fiets in de handen?
(Nina van de plaatjes.)
Verscheen eerder op Bogue